donderdag 8 februari 2024

Willem Oltmans • 9 februari 1977

Willem Oltmans (1925-2004) was een Nederlandse journalist. Zijn dagboeken (76 delen) zullen in hun geheel online worden gezet bij de dbnl. De papieren versie wordt uitgegeven onder de titel Memoires.

9 februari 1977
Ben van de YMAC aan de 47ste straat naar het kantoor van professor Kenneth Clark, aan de 86ste straat gelopen. Onderweg raakte ik geconcentreerd op mam en zag een kapel, waar de mis werd gelezen. Brandde twee kaarsen. Kon me moeilijk concentreren met al die mensen, die tegen je aanstootten.
Professor Clark, de zwarte psycholoog, leidt thans een prestigieus adviesbureau. Terwijl ik wachtte sprak ik met de zwarte receptioniste over de zwarte kinderjuffrouw op het Witte Huis. ‘Carter must have gotten to know her qualities and found her to be trustworthy,’ zei ze. ‘If he feels it is right, well it is his decision.’ We belandden ook bij de film Roots waarin de origine van Amerikaanse negers en de slavenhandel wordt uitgebeeld. Was het een schok voor haar? ‘Not at all. We blacks all knew what went on in the past.’

Het gesprek met professor Clark verliep vlot. Heb een uitstekend contact met hem. Ik maakte een kop van wat ik als zijn voornaamste boodschap beschouwde: ‘Politieke leiders moeten eigenlijk een psychologische test ondergaan.’ De mening van Clark liep parallel aan die van psychiater Hutschnecker, die de eerste was die dit in Amerika van de daken riep. In tegenstelling tot Mazlish en Hutschnecker bleek Clark aanzienlijk vertrouwen in Jimmy Carter te hebben.
Clark, voormalig voorzitter van de Amerikaanse Vereniging van Psychologen ging ver: ‘Wij zouden een technologie moeten ontwikkelen, waarmee wij onze politieke leiders aan een psychologisch onderzoek zouden moeten onderwerpen alvorens zij in leidende machtsposities terechtkomen. Ook nadat zij verantwoordelijkheid voor het wel en wee van miljoenen mensen krijgen te dragen, zouden politici voortdurend mentaal begeleid en onder diagnose moeten blijven.’ Ik opperde dat de vraag overbleef ‘wie’ er uiteindelijk een president van Amerika een ‘brevet van mentale bekwaamheid’ moesten uitreiken. Via een team wetenschappers zou hierover consensus moeten worden bereikt. ‘Mijn studenten waren aanvankelijk ook geschokt, toen ik deze gedachte naar voren bracht. Het toonde echter aan dat in een democratie als de onze nog altijd het primitieve bijgeloof de overhand heeft dat politieke leiders onaantastbaar zouden zijn, ongeacht de wijze waarop zij tot het hoge ambt worden geroepen. Men gaat er namelijk vanuit dat wanneer iemand tenslotte in het Witte Huis terechtkomt, hij vanzelfsprekend geschikt voor de job zou zijn. Iedere poging om een dergelijk ambt aan bepaalde begrenzingen vast te leggen, wordt onmiddellijk uitgelegd als een aanval op de democratie.’ Hij was het ermee eens dat vele Amerikanen, ondanks Watergate en alle andere ploertenstreken van Richard Nixon, opnieuw op Nixon zouden stemmen als zij de gelegenheid zouden krijgen. Ik vertelde hem dat in Nederland iets dergelijks aan de hand was. Ondanks dat prins Bernhard feitelijk zijn eed als officier van het leger had geschonden, was er bij veel Nederlanders een soort onverklaarbare vergevingsgezindheid ontstaan. ‘U moet mij niet om een rationele verklaring vragen voor dit soort reacties van de zijde van het publiek,’ aldus psycholoog Clark. ‘Wat prins Bernhard heeft gedaan kon natuurlijk niet door de beugel, maar er zijn daarbij diepgewortelde psychologische krachten aan het werk. We zijn allemaal mensen. Dit betekent dat we in wezen verdomd gecompliceerd zijn, inconsequent, irrationeel en maar al te dikwijls immoreel handelen en denken.’ Daarop noemde hij Jimmy Carter een der meest gecompliceerde mensen die de vs ooit hebben gehad. Hij maakt de indruk van ‘een rein en zuiver mens te zijn.’ Hij zou zich beter bewust zijn van het verschil tussen goed en kwaad dan zijn voorgangers. Hij noemde de benoeming van een zwarte nanny op het Witte Huis ‘een van Carters meest positieve daden.’ Veel mensen zijn alleen met hun mond bereid anderen te vergeven. Het is natuurlijk veel moeilijker de daad werkelijk bij het woord te voegen. Jimmy Carter had uitzonderlijke moed getoond, maar Clark gaf tezelfdertijd toe: ‘Dit soort moed zou anderzijds tot hoogst gevaarlijke beslissingen kunnen leiden.’ Belangrijk gesprek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten