maandag 31 december 2018

Frederik van Eeden -- 31 december 1923

Frederik van Eeden (1860-1932) was schrijver en psychiater. Hij hield een groot deel van zijn leven een dagboek bij.

vrijdag 28 december
Storm en sneeuw. ▫ Van morgen met mijn lieve vrouw om 8 uur naar de kerk. Daar kreeg ze een flauwte, na de communie te hebben gekreegen. De lange tocht door de dikke sneeuw had haar uitgeput. Ik bracht haar naar buiten en bij de familie Schippereyn kwam ze weer tot zichzelf. ▫ Ik was zeer bedroefd, omdat zij het zoo naar moest vinden. En ik weet niet hoe ik haar digter bij de kerk kan laten woonen. ▫ Het lijkt me nog het beste Lize, onze duitsche meid te houden als huishoudster, en de juffrouw door een jonge kracht te vervangen. Die Uwe maakt toch ieder tot vijand. Een kleine ziel. Maar ze diende ons toch trouw.

zaterdag 29 december
Het gaat mij nog altijd eeven slecht. Ik kan niet bidden dat is 't ergste.

Gister het bericht in het Berl. Tageblatt van mijn reis naar Engeland in 1917. Ik had er nog al plezier in, totdat mijn vrouw opmerkte dat Lloyd George wel ‘woest’ zou zijn, omdat ik mij had voorgedaan als pro-entente en heimelijk toch pro-duitsch was. Toen begreep ik er toch te zijn ingeloopen. Weer een truc door den booze gespeeld. Ik had welligt beeter gedaan te zwijgen. Het motief was toch weer een zeekere ijdelheid. Mijn vijanden zien weer zelfverheffing in die ‘moeyelijke en gevaarlijke reis’. ▫ Nu sloeg mij dit weer geheel ter neer. Het is mooi winterweer. Maar ik zie geen licht.

Van morgen weer een aanvraag op 1 Jan. in Diligentia te spreeken. Ik wees het dadelijk af.

zondag 30 december
Vrij goed weer omstreeks vriespunt. ▫ Ik stond op in tranen, en na het koffiemaal moest ik de kamer uit, en schreide radeloos. Ik had Hugo een klap gegeeven, en ik was lang in bitter zelfverwijt. God zij mij arme zondaar genadig!!

Uit mijn ellende rees zooeeven het beeld van Sirius, die uit zijn hoogste glorie neertuimelt in de diepste diepte, om te leeren Gods majesteit te erkennen. Hij eindigt als melaatsche, broeder Humilitas.

maandag 31 december
Zeer koud, 7o Fahrenheit. ▫ Mijn onrust wat verminderd. Het is nu vechten teegen de kou. Het verslindt schatten aan brandstof.

Ik las het roerende stukje van Steffens: Honger. Ik barstte in tranen uit, ten laatste.

Europe is een goed tijdschrift.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten