donderdag 11 april 2024

Charlotte Brontë • 12 april 1849

• De Britse schrijfster Charlotte Brontë in een brief aan haar schoolvriendin Ellen Nussey, met wie ze tot haar dood correspondeerde. De zusters Brontë werden niet oud. Emily en Anne overleden aan tbc, Charlotte aan een extreme vorm van zwangerschapsmisselijkheid. Uit: Verwoeste levens. Een selectie uit de brieven van de gezusters Brontë (vertaald door Ria Loohuizen).

12 april 1849
Ik heb Annes brief aan jou gelezen; zoals je zegt was hij heel ontroerend. Als er na deze wereld geen hoop was, geen eeuwigheid, geen toekomstig leven, dan zouden Emily’s lot en dat waardoor Anne wordt bedreigd, hartbrekend zijn. Ik kan Emily’s sterfdag niet vergeten; het wordt een steeds regelmatiger, donkerder en vaker terugkomende herinnering. Het was heel erg vreselijk. Ze werd bij haar volle bewustzijn, snakkend naar adem, onwillig, doch onverschrokken uit een gelukkig leven weggerukt. Maar ik moet niet bij deze dingen stilstaan.
Ik ben blij dat je vrienden erop tegen zijn dat je met Anne meegaat; het zou niet goed zijn. Om je de waarheid te zeggen, zelfs al hadden je moeder en zusters toestemming gegeven, dan zou ik dat nooit hebben kunnen doen. Niet dat zij veel werk en aandacht vergt; ze heeft weinig verpleging nodig en wenst dat ook niet, maar het zou voor jou een te groot gevaar en te veel angst met zich meebrengen. Als zij over een maand of zes weken die verandering van omgeving nog steeds zo vurig wenst, zal ik zelf met haar meegaan. [...] Ik hoop dat alles zo geregeld kan worden dat je in elk geval voor een paar dagen bij ons kunt komen... Wat logies betreft, ik zou kiezen voor vol pension. Om zelf voor het eten te zorgen zou, denk ik, ondraaglijk lastig zijn. Ik hou er niet van proviand in een kast te moeten wegbergen, beroofd te worden en dat soort dingen meer. Het is een verachtelijk, vermoeiend probleem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten