• Bertolt Brecht (1898-1956) was een Duitse schrijver. Uit: Dagboeken (vertaald door Hans Hom).
Zondag, 27
Van tijd tot tijd overvalt me plotseling de gedachte dat de dingen die ik maak misschien wel te primitief en te ouderwets zijn, of plomp en te weinig gedurfd. Ik ga op zoek naar nieuwe vormen en experimenteer met mijn gevoel als de allermodernsten. Maar dan kom ik toch altijd weer bij het punt uit dat het wezen van de kunst eenvoud, grootheid en gemoedsaandoening is en het wezen van haar vorm koelheid. Dit is gebrekkig uitgedrukt, ik weet het.
We zijn 's middags en 's avonds bij Otto, een vreemd meisje (Hilde Münch geheten), Bi en ik. Bi bakt pannekoeken en wordt in kimono gefotografeerd. Later zitten we nog even op het Domplatz, ze is erg moe en heeft koorts; ik vraag haar haast smekend met het vertrek naar haar werk tot maandag te wachten, tot de uitslag over haar longen er is. Ze belooft het te zullen doen en we nemen afscheid.
's Zomers kan ik nooit goed werken. Ik heb geen zitvlees. Ook ben ik te eenzijdig positief. Zo hindert me nu bij het uitwerken van de Galgei en de Hanne [Galgei werd later het toneelstuk Mann ist Mann] de in eerste instantie negatieve strekking. Zolang Ligarch en zijn grollen de voornaamste troef in de Galgei vormden, ging het me beter af.
Maandag 28 en dinsdag 29
Met Cas, Hedda, Edith Blass aan het Starnberger Meer (Pöcking). De hele dag in het water, vanuit de boot. Hedda zwemt als een otter, en Cas schudt in vervoering over het meer zijn hoofd, hoewel hij het de eerste keer bij regen ziet. Op de avond van de tweede dag reizen we hondsmoe huiswaarts, enorm verbrand en heel jolig. Water en zon binnen en wat geur.
Woensdag, 30
s Middags in Augsburg omdat Bi weggaat. Ik zie de foto: er is werkwlijk iets met de ene long. Ze heeft nu ook koorts. Ik krijg het gedaan dat ze thuisblijft. 's Avonds moe terug.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten