woensdag 17 januari 2024

Wies Roosenschoon • 18 januari 1959

Wies Roosenschoon (1929-2015) was lerares Nederlands met een passie voor literatuur. In Tirade zijn dagboekfragmenten van haar gepubliceerd. Portret door Elisabeth Eskes-Rietveld.

18 januari 1959
Moortje de zoveelste heeft mijn kamer verkend. Schichtig naar binnen vliegen en, alsof ze in alle hoeken duivels verwachtte, overal achter gekeken, overal onder, overal in. Op de minste beweging van mij een angstig ademloos op zijn qui-vive zijn. Ik ben als een meubel blijven zitten dat dus ook van alle kanten te beruiken en te betasten was. Maar heb hem onderwijl vanuit mijn ooghoeken in de gaten gehouden. Zoals hij steeds meer gerustgesteld onder het bed vandaan kroop, uit de blauwe kast stapte en dan ineens luid als een drilboor aan het brommen sloeg en om me heen kopjes ging geven. Nu zoekt hij een plekje om lekker lui te liggen. Het mandje is te klein bevonden, de mat te hard, het lijkt de poef te worden. En nou een beetje mijn aandacht trekken. —
En nou helemaal over dat luie mens in die luie stoel klimmen en dan over dat grote bed snuffelen en met de steen van Arie spelen, aan Lily d'r planten proeven, ze bewegen. Ik ben Pom in het vreemde huis, zie je.

19 januari 1959
Utrechts Nieuwsblad: interview met twee atoomgeleerden.
Vrijgegeven berichten over experimenten op het terrein van de bacteriologische oorlogvoering. Productie van botulinus toxine, waarvan 8½ Engelse ounces genoeg zouden zijn om, indien op de vereiste wijze verspreid, alle levenden in de wereld te doden. Sir Robert Watson Watt: ‘Het kan nu de tijd zijn een wereld die zich normaal redelijk betoont, ervan te overtuigen dat oorlog verouderd is.’ Dr. Chisholen (bioloog): ‘Het Handvest der Verenigde Naties is de enige wet, waarvan de toepassing het voortbestaan van het menselijk ras kan verzekeren en dan nog slechts voor een generatie.’ Wereldregering wordt door beiden als uiteindelijke oplossing gezien. -
Ik moet nu Arlo binnenkort toch schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten