
Nu is het een van ouds gekend feit dat de heer Cartier Bresson aan de fotografie maar één broertje dood heeft, namelijk zelf op het negatief figureren. Deze allergie kultiveert hij met een angstvallige zorg, naar zijn zeggen ter vrijwaring van zijn anonimiteit die hij voor een aangename uitoefening van zijn beroep noodzakelijk acht. Een houding die Antwerps fotograaf Gerald Dauphin wel begrijpt, maar er toch een vleugje overdreven sofistikerend snobisme in vermoedt. Weshalve hij zijn assistent van een stille wenk voorziet, daarna het Parijse fenomeen niet zonder eerbied enkele boeken ter ondertekening toeschuift en Henri Cartier Bresson zich met matte, trage gebaren aan het signeren zet. (De hem met een aluminium kettinkje aan de pols gegroeide Leica, als het ware een zwierige aanwas aan zijn arm, is hem daarbij geen hinder. Het vertrouwde kleinood is met zwarte kleefband beplakt, omdat de meester de zwarte Leica-uitvoering - omwille van de ingebouwde lichtmeter - eerder schuwt.) Bij de ondertekening van het vierde boek klinkt driemaal het agressieve geluid van een Nikon sluiter. Het ondertekenen hoeft verder niet meer. 'Fini', meteen. Henri Carter Bresson zucht enkele malen erg diep. En diep teleurgesteld in het wezen van zijn eigen grootheid, de levensecht betrapte werkelijkheid.
Nic van Bruggen (1938-1991) was een Belgische dichter. Bovenstaand fargment is afkomstig uit zijn Uit het Dagboek van een Pink Poet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten