• Mary Dresselhuys (1907-2004) was een Nederlandse actrice. In 1979 hield ze op verzoek van NRC Handelsblad korte tijd een 'Hollands dagboek'bij.
Woensdag 3 oktober
Vanavond de honderdste 'Gelukkige Hand' [toneelstuk] in Den Haag. Exact de honderdste; voor de produktie, voor de technische staf - en voor Guus Hermus. Niet voor mij, voor mij is 't de vijfde. Een honderdste voorstelling spelen we bij voorkeur in een lekkere schouwburg, in een beetje grote stad. Op tournee lukt dat niet altijd. Soms valt die honderdste in een afschuwelijke schouwburg in de stad X. Dan smokkelen we, en we zetten die honderdste bij voorbeeld twee dagen later, als we in IJ spelen, of drie dagen vroeger als we in Z spelen. Zo heb ik al ettelijke malen met veel tamtam een honderdste gevierd terwijl het in werkelijkheid de honderd-vierde of de zeven-en-negentigste was, maar om de honderdste te vieren als het eigenlijk pas de vijfde is...
Acteurs zeggen tegen elkaar als iemand een avond geen zin heeft: "t Wordt altijd 11 uur.' Maar het is nu pas 11.00 uur 's morgens, en ik heb juist wèl zin. Ik zou ook helemaal niet willen dat het al 11.00 uur 's avonds was. Ik zou willen dat het acht uur vanavond was en dat we over een kwartier konden beginnen. Ik merk dat ik toch een soortje zenuwachtig ben vandaag. Niet zozeer vanwege die honderdste, maar Den Haag is toch weer iets anders dan Lelystad of Middenmeer. Jons (A. Viruly) is er al vroeg heen voor een
bespreking met zijn uitgever. Die zie ik daar vanavond. Nee, niet
de uitgever. Maar ik vind zo'n dag alleen thuis prima.
Ik kom tot niets. Geen concentratie om iets te lezen. Radio aan,
radio uit. Geen zin in eten. Geen zin in koffie. Beetje klunzen.
Knoop aanzetten. Radio aan, radio af. Een la opruimen. Een plant
verpotten.
Ha, de post, een grote envelop van NRC Handelsblad. Misschien gaat het niet door, kan dit allemaal over een minuut de prullenmand in.
Maar nee, het is: Handleiding bij het schrijven van dit dagboek. Hoeveel woorden, waar inleveren, enzovoort, enzovoort. Gelukkig niet HOE het moet; dan kan ik het niet meer. Dan durf ik niet meer.
Jons en ik hebben eens een paar jaar ge-olie- en gewaterverfd, het werkwoord schilderen wil ik niet gebruiken. We vonden het heerlijk. Jons kocht steeds meer boeken over hoe het moest, om technieken te leren. Ik stak mijn hoofd in het zand, want ik wist dat ik niet meer zou durven als ik wist wat ik allemaal verkeerd deed. Zo is het met dit schrijven ook. Als iemand dit eerste velletje zou lezen en zou zeggen: 'Dat kan zo echt niet' - dan was het meteen afgelopen, dan zou ik niet meer durven. Néé, nee nee, zo is het niet met toneel: regisseurs en collega's mogen mij alles zeggen. Ik lees zoveel mogelijk; ik wil van alles op de hoogte zijn. Ik heb vier abonnementen op buitenlandse toneeltijdschriften, ik slurp alles op waar ik van leren kan. 'Nou, daar willen we dan vanavond de resultaten weleens van zien,' zult u zeggen. En daar hebt u dan gelijk in ook.341-2015>
donderdag 2 oktober 2025
woensdag 1 oktober 2025
Ernst Jünger • 2 oktober 1944
• Ernst Jünger (1895-1998) was een Duitse schrijver. Zijn Parijs dagboek 1941-1943 is verschenen in de Privé Domein-reeks (vertaling Tinke Davids).
Parijs, 2 oktober 1942
Perpetua schrijft dat het eind van deze eeuw wel eens gruwelijker zou kunnen worden dan begin en midden ervan. Ik wil dat liever niet geloven en denk wel eens dat de eeuw zal hebben geleken op Heracles die in zijn wieg slangen wurgde. Zeer juist is echter wat zij verder zegt: dat men in deze tijden de deugden van hagedissen moet ontwikkelen, men moet er handigheid in krijgen de zeldzame zonnige plekjes op te sporen en er gebruik van te maken. Dat geldt ook voor de oorlog; wij mogen niet steeds vruchteloos bepeinzen wanneer hij zal eindigen. Dat is een datum die niet van ons afhankelijk is. Wel echter zijn wij in staat ook in noodweer vreugde te schenken, onszelf en anderen. Dan hebben we een tipje van de vrede in de hand.
Ik verneem verder van haar dat de vader van de astroloog sinds enige tijd vermist wordt. Men vermoedt dat Russische krijgsgevangenen hem om zijn kleding hebben vermoord. Dat doet mij denken aan het gruwelijk lot van Kügelgen. Overigens heb ik al jaren geleden de opkomst van nieuwe roversbenden voorzien, zonder echter te vermoeden hóe de geschiedenis dat zou verwerkelijken — ik had dat eenvoudigweg uit negatieve voortekens geconcludeerd, bij voorbeeld uit de overmacht, de nationalisatie van het onrecht.
's Avonds ontmoette ik de Doctoresse bij een door haar voorgeschreven kopje verveine aan de place des Ternes. Sinds ik ontevreden ben over mijn gezondheid, dient dit uurtje tegelijkertijd ook als spreekuur.225-2017>
Parijs, 2 oktober 1942
Perpetua schrijft dat het eind van deze eeuw wel eens gruwelijker zou kunnen worden dan begin en midden ervan. Ik wil dat liever niet geloven en denk wel eens dat de eeuw zal hebben geleken op Heracles die in zijn wieg slangen wurgde. Zeer juist is echter wat zij verder zegt: dat men in deze tijden de deugden van hagedissen moet ontwikkelen, men moet er handigheid in krijgen de zeldzame zonnige plekjes op te sporen en er gebruik van te maken. Dat geldt ook voor de oorlog; wij mogen niet steeds vruchteloos bepeinzen wanneer hij zal eindigen. Dat is een datum die niet van ons afhankelijk is. Wel echter zijn wij in staat ook in noodweer vreugde te schenken, onszelf en anderen. Dan hebben we een tipje van de vrede in de hand.
Ik verneem verder van haar dat de vader van de astroloog sinds enige tijd vermist wordt. Men vermoedt dat Russische krijgsgevangenen hem om zijn kleding hebben vermoord. Dat doet mij denken aan het gruwelijk lot van Kügelgen. Overigens heb ik al jaren geleden de opkomst van nieuwe roversbenden voorzien, zonder echter te vermoeden hóe de geschiedenis dat zou verwerkelijken — ik had dat eenvoudigweg uit negatieve voortekens geconcludeerd, bij voorbeeld uit de overmacht, de nationalisatie van het onrecht.
's Avonds ontmoette ik de Doctoresse bij een door haar voorgeschreven kopje verveine aan de place des Ternes. Sinds ik ontevreden ben over mijn gezondheid, dient dit uurtje tegelijkertijd ook als spreekuur.225-2017>
Abonneren op:
Posts (Atom)