dinsdag 13 mei 2025

Anton de Neeve • 14 mei 1940

• Journalist Anton de Neeve, Rotterdam — fragment opgenomen in De meidagen van 1940. Een collectief dagboek van Luuc Kooijmans.

[14 mei]
Intussen was in de eerste ogenblikken de opluchting groot, na de vreselijke uren die Rotterdam had doorleefd [door het bombardement]. Maar ook was er veel teleurstelling, vooral onder onze soldaten, die vier en een halve dag vaak met de moed der wanhoop hadden gestreden en hun plicht hadden gedaan. Op de boek van onze straat stond een boom van een kerel, een luchtschutter van de vliegdienst, te huilen als een kind. Dat alle offers vergeefs waren geweest, zij hun kameraden voor hun ogen hadden zien vallen, vaak verraderlijk in de rug geschoten, het waren emoties die nu opeens te zwaar werden voor hun door vermoeienis en uitputting verzwakte zenuwen.
Intussen reden door de straten al de eerste transporten van onze krijgsgevangen soldaten, die hier en daar luide werden toegejuicht. En er tussendoor ook wagens met gewonde en gesneuvelde militairen en tijdens het bombardement omgekomen burgers, die in snelle Rode Kruis-auto's vervoerd werden. Inmiddels stroomden de overweldigers van ons lieve vaderland de goede stad Rotterdam binnen. Gemotoriseerde eenheden met motorrijwielen en zijspannen, personenauto's en vrachtauto's, licht geschut en bijbehorende materieel reden door de straten.
In huis heerste na de sterke emoties van de laatste tijd een haast onnatuurlijke rust: de stilte na de storm. Zonder ons ook maar enigszins te willen realiseren de dingen, die nog komen konden en naar alle waarschijnlijkheid toch ook wel komen moesten, gezien de ervaringen met de Duitse bezettingen in andere landen opgedaan, werd nu ieder door een gevoel van opluchting beheerst en ook van dankbaarheid voor het behoud van het leven en van dat van zijn naaste omgeving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten