• Frida Vogels (1930) is een Nederlandse schrijfster. Haar door kritiek en publiek gewaardeerde dagboeken 1954-1971 zijn gepubliceerd in 8 delen.
9 jan. - Mijn vierendertigste verjaardag.
We hebben weer een poes. Het is een volwassen poes en ik denk niet dat we een ander tehuis voor hem zullen vinden, noch zoeken. Toen E. gisteravond naar huis liep, zat hij mauwend op een muurtje. Een halfuur later ging E. naar hem toe met kattebrood. Hij zat er nog, maar at niet. E. ging kaas voor hem kopen. Toen hij terugkwam, was de poes weg. 's Avonds gingen we samen nog eens kijken, maar hij was er niet meer. Ik zei 'misschien is hij voor de nacht in een kelder gekropen' (er zijn in dat straatje veel keldergaten), 'ik zal morgenochtend nog eens gaan kijken'. Vanmorgen zat hij er weer, op dezelfde plaats waar E. hem gezien had, rillend van de kou en zwart van kolengruis. (Het is een wit met grijze poes.) Ik had lever voor hem meegebracht. Ik gaf hem een paar stukjes en pakte hem daarna op om hem mee te nemen. Hij Het zich dat zonder veel protest welgevallen, deed maar één keer een ernstige poging om te ontsnappen. Toen we de trap op klommen, begon hij hevig te mauwen. We kwamen mevrouw Gandolfi tegen, die glimlachte. Thuisgekomen gaf ik hem nog wat lever, in het groene bakje dat voor het vorige poesje heeft gediend (het eerste heeft al zijn benodigdheden als uitzet meegekregen). Daarna ging hij meteen liggen, in de doos met de halve fluwelen broek van mij waarin het vorige poesje niet geslapen heeft, want die verkoos de doos met oude kranten onder het aanrecht.
10 jan. - Het poesje dat we van de zomer gevonden hebben en waarvoor E. via een meisje op kantoor een huis had gevonden, is dood. Het heeft tyfus gehad.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten