donderdag 17 oktober 2024

Josep Pla • 18 oktober 1918

• De journalen van de Catalaanse schrijver Josep Pla i Casadevall (1897-1981) omvatten zo’n 30.000 bladzijden vol dagboekaantekeningen, reisimpressies, invallen en literaire portretten. Het grijze schrift (vertaald door Adri Boon) bestrijkt de jaren 1918-1920, voordat de jonge Pla als dagbladcorrespondent naar Parijs vertrok.

18 oktober 1918
De [Spaanse] griep houdt vreselijk huis. Onze familie heeft zich moeten opsplitsen om alle begrafenissen te kunnen bijwonen. In Bisbal is Maria de Linares ten grave gedragen. In Palafrugell een dochter van achttien jaar (een beeld van een meisje) van de familie S. Ik ben naar Bisbal geweest.
Vanaf de straat hoorde je de jammerklachten al. Jammerklachten in huis en op de trap. Een indrukwekkende vertoning die sterk contrasteert met de zondagse aanblik van de mensen – een aanblik die bij het horen van de jammerklachten automatisch ineenschrompelt, verwelkt en wegzinkt. De uitingen van smart kleuren alles anders en zelfs het landschap lijkt anders. Wanneer men gejammer hoort krijgt men iets van een goed mens over zich – van een oneindige goedheid. Een man die aldoor stijf, onbeweeglijk, met droge ogen op zijn stoel zat, maakt op een gegeven ogenblik een nerveuze beweging en plotseling stromen hem de tranen over het gezicht. Wat is verkieslijker: zich opsluiten in een kille, noodlotszwangere onverschilligheid of zich overgeven aan het delirium van luidruchtige uitingen van smart? Wanneer men huilt, lijdt men dan? En zij die niet huilen, lijden zij minder?
De begrafenis van senyor Maria Linares vond plaats in diepe treurnis.

woensdag 16 oktober 2024

James Woodforde • 17 oktober 1802

James Woodforde (1740-1803) was dominee in het dorp Weston Longville in het Engelse Norfolk. Hij hield 44 jaar een dagboek bij; gedeeltes daaruit zijn gepubliceerd als The Diary of a Country Parson 1758 – 1802. Op 17 oktober 1802 schreef hij voor het laatst in zijn dagboek.

October 17th, 1802
We breakfasted, dined, very weak this Morning, scarce able to put on my Cloaths and with great difficulty, get down Stairs with help - Mr. Dade read Prayers & Preached this Morning at Weston Church - Nancy at Church - Mr. and Mrs. Custance & Lady Bacon at Church - Dinner today Rost Beef &c.

dinsdag 15 oktober 2024

An Rutgers van der Loeff-Basenau -- 16 oktober 1974

An Rutgers van der Loeff-Basenau (1910-1990) was een Nederlandse kinderboekenschrijfster. In 1974 hield zij op verzoek van NRC Handelsblad een 'Hollands Dagboek' bij.

Woensdag 16 oktober
in Zeeland a.s. onderwijzers te woord gestaan. Die goedwillende, maar verbaasde gezichten als je beweert dat aan kinderen maar al te dikwijls knollen voor citroenen worden verkocht! En dat zij zelf daaraan druk zullen meedoen als ze zich niet veel beter dan gebruikelijk is op de hoogte stellen van moderne kinderliteratuur.
Oef! In de trein terug waart een griepbacil rond. Misschien ontspring ik de dans nog.
De tamtam van de Kinderboekenweek begint pas over drie dagen. Maar de persconferentie hebben we al gehad, een goedbedoelde maar tamelijk naargeestige gebeurtenis. Terwijl Zuidbeveland zwart aan me voorbijschiet, denk ik er over. De prijs van de kinderboeken vindt men te hoog. Ook de Consumentenbond deed een duit in het zakje. Maar worden schoenen duurder, dan slikt men dat, want kinderen moeten vooral droge voeten houden. En op hun voeding kan ook niet worden bezuinigd. Op hun geestelijk voedsel wel? Is het niet een kwestie van evenwichtig prioriteiten stellen? Bij het nachtelijke, totaal verlaten perron van Goes flitst door me heen: een kookboek samenstellen met erg lekkere, eenvoudige menu's en dan telkens: 'En nu, lieve mensen, heb je zo veel bezuinigd dat je morgen best een fijn boek kan gaan kopen.'
Och kom, ik ben een beetje tollerig. Maar die prijzenstrijd zit me hoog. Alsof een uitgever zou kunnen toveren wanneer hij geconfronteerd wordt met verdubbeling van de papierprijs, met enorm gestegen zet-, druk- en bindkosten. Ik ken er trouwens enkelen die bijna kunnen toveren. Dat zijn de kleine uitgevers die met uiterst krappe marges hardnekkig kwaliteitsboeken op de markt blijven brengen en daarbij amper hun apparaat draaiende kunnen houden. Dank zij grote inspanning lukt het. Overigens geen reden voor het publiek om warm te lopen, hoor, laat staan dankbaar te zijn.


maandag 14 oktober 2024

George Orwell • 15 oktober 1942

George Orwell (1903-1950) was een Britse schrijver en journalist. Van 1941-1943 werkte hij voor de op India gerichte Eastern Service van de BBC, waardoor hij de politieke en militaire ontwikkelingen op het vasteland op de voet volgde. Zijn dagboeken zijn gepubliceerd als Diaries. gedeeltes eruit zijn hier te lezen. De Nederlandse vertaling (van Nelleke van Maaren) is gepubliceerd in de reeks Privé Domein.

15 oktober 1942
Een klein stukje India is naar Engeland verplaatst. Een paar weken lang werden onze nieuwsbrieven in het Marathi vertaald en uitgezonden door een klein mannetje genaamd Kothari die bolrond was, maar heel intelligent en, voor zover ik kon beoordelen, oprecht anti-fascistisch gezind. Plotseling kwam een van de mysterieuze instanties, die de werving voor de BBC controleren (in dit geval MI5, vermoed ik), erachter dat Kothari een communist was of was geweest, actief in de studentenbeweging, en in de gevangenis had gezeten, dus kwam het bevel hem te lozen. In zijn plaats werd een jongeman aangesteld die Jatha heette, in India House werkte en in politiek opzicht oké was. Vertalers in die taal zijn moeilijk te vinden en Indiërs die het als hun moedertaal spreken schijnen het vaak te vergeten als ze in Engeland zijn. Na een paar weken kwam mijn assistente miss Chitale met een geheimzinnige uitdrukking op haar gezicht bij me en vertrouwde me toe dat de nieuwsbrieven in feite nog steeds door Kothari werden geschreven. Hoewel Jatha de taal nog kon lezen, was hij niet langer in staat erin te schrijven en Kothari was zijn ghostwriter. Ongetwijfeld deelden ze het honorarium. We kunnen geen andere competente vertaler vinden, dus Kothari moet doorgaan, en officieel weten we van niets. Waar maar Indiërs te vinden zijn, gebeuren dit soort dingen.

zondag 13 oktober 2024

Rogi Wieg • 14 oktober 1997

Rogi Wieg (1962) is een Nederlandse schrijver. Zijn dagboek over het jaar 1997 is gepubliceerd als Liefde is een zwaar beroep.

14 oktober
Vannacht legde ik G. een aantal filosofische principes uit. Zegt G. ineens: 'Jezus, moet je hier eens voelen bij mijn buik. Daar bevindt zich een keiharde drol, die morgenochtend beneden zal zijn. Voel je hem?' We hebben ook gevoeld of we in mijn darmen een drol konden ontdekken. Ik wilde een berekening maken over de snelheid van de daling van mijn nachtelijke poep richting aars. Helaas konden we bij mij niets vinden.
Vanochtend rond acht uur heeft G. een drol gelegd. Het ding was kalm en gracieus ingedaald. 'Vertrouwen op moeder natuur', dat is vanaf vandaag een nieuw filosofisch standpunt van me. (Ik schrijf opvallend vaak over drollen. Ben ik anaal gefixeerd?)
Over twaalf dagen vertrek in naar Boedapest. Ik zie mijn verblijf daar met angst tegemoet. Wat moet ik met mijn tijd beginnen als ik geen college geef?
Nieuwsdagboek: staking in de Amsterdamse haven. Werknemers willen ten strijde trekken tegen goedkope uitzendkrachten. Je bent goedkoop, je wordt uitgezonden en dan slaat een havenarbeider je ook nog op je bek. Bolkestein wil de Nederlandse grenzen sluiten voor asielzoekers. De naam van deze politicus klinkt als een metrohalte in de Bijlmermeer: 'De volgende halte is Bolkestein. Overstappen voor de richting Gein.' De hypotheekrente gaat stijgen. 1222 kilometer per uur, dat is de snelheid die een vehikel op wielen gisteren in de Nevadawoestijn heeft gehaald. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat een 'auto' door de geluidsbarrière heen schiet.
Het wordt binnen en buiten langzaam kouder. Ik vind dat een prachtige sensatie. Net zoals het toenemen van de temperatuur als het lente wordt. De wisselingen van de seizoenen zouden de volgende eeuw nog scherper kunnen worden: ijskoude winters tegenover hete zomers. Wat voorspellen de klimaatdeskundigen voor de komende jaren? Hoe zal het weer in de toekomst de kleding, de mode gaan beïnvloeden? Zal c&a over tien jaar nog dunne zomerjasjes voor een lage prijs verkopen in oktober? Of zullen de specialisten dan koude zomers voorspellen met in de ochtend lichte vorst aan de grond? Tenslotte begint de zon op te branden. De mens heeft nog maar een paar miljard jaren voor zich.
Een 84-jarige dronken spookrijdster is op de rondweg in Houten tegen een tegemoetkomende auto gebotst en daarna in volle vaart weggereden. Toen de vrouw van 84 later door agenten werd gearresteerd, stapte ze wankelend uit haar auto. Op de achterbank van de wagen lag een bijna lege fles sterkedrank.
Mijn vader heeft gebeld: zijn hart is in orde. Ik ben opgelucht.
Careltje Peeters schrijft in Vrij Nederland dat ik naar De Arbeiderspers ben overgestapt om een belangrijk schrijver te worden. Eerst was het volgens hem voor de verkoop, nu is het plotseling voor de erkenning. Wat is die man toch rommelig in zijn geest! En hij is zo redelijk en beschaafd in de omgang met mens en dier. Ik zou hem graag willen helpen, maar hij zal zich vast niet willen laten behandelen door mij.

Salvador Dalí • 13 oktober 1920

Salvador Dalí was een Spaanse schilder (1904-1989). Na zijn dood werden zijn dagboeken uit 1919-1920 gepubliceerd.

Woensdag 13 oktober
Het dagelijkse liedje; de wereld nog min of meer hetzelfde. Het lijkt erop dat ik een atelier kan huren (het werd tijd!). Een onbewolkte dag... zonnig... Vandaag, terugkomend van Gallego, ontmoette ik een oom van Sala, een schorre, zwaarlijvige man met een volle baard en snor, rood in het gezicht en een groot liefhebber van schilderkunst en alcohol. Hij hield een ellenlange verhandeling over schilderkunst tegen me. Ze kwamen er allemaal in voor: El Greco, Velazquez, Zurbaran, tot aan Sorolla aan toe. Het was een indrukwekkend geouwehoer. Zo nu en dan bleef hij midden op het trottoir staan. Je moet eens letten op het perspectief van Las Meninas! ... Toen we ten slotte dan voor het casino Sport stonden, nam hij afscheid. Nou goed, tot ziens, we praten een andere keer nog wel eens verder over kunst. Dat krijg je nu van het gerucht dat de ronde doet dat ik verstand van schilderkunst heb en zelf ook schilder. Alles heeft zo zijn nadelen. Terwijl ik worstelde met de dij van Venus, brak er een vreselijk onweer los, bliksem, donder en een kolossale hoosbui... Ik moest me hard hollend naar huis spoeden. En daar wachtte mijn vader op me om samen met mij psychologie door te nemen, wat vooralsnog niet meer behelst dan nutteloos gezwam, net als zoveel andere dingen die je moet leren!

Donderdag 14 oktober
Dag van zon en gewoel, de straten vol mensen en drukte, rode mutsen, groene petten, blauwe blouses en kuddes zwarte en roze varkens, paarden en stieren die door de straat lopen waar het wemelt van de boeren. Op school niets nieuws, en bij Gallego hetzelfde als altijd. Wanneer het donker is, ga ik als elke dag naar de Rambla totdat het tijd is om naar tekenles te gaan.

James Boswell • 12 oktober 1763

James Boswell (1740-1795) was een Schotse advocaat en schrijver, bekend vanwege zijn The Life of Samuel Johnson, zijn vriendschap met Belle van Zuylen, maar zeker ook vanwege zijn dagboeken, waaronder Boswell in Holland.

Vertaling met DeepL onderaan.

I like exceedingly to wash my feet in warm water. It gives me a kind of tranquillity. I am not joking; I speak from experience. I have often done it merely for pleasure. But if I receive so much delight from washing my feet, how great must have been the luxury of the Romans, who solaced thus their entire bodies. The warm baths which they had everywhere contributed greatly to felicity. Truly, without exaggeration, one cannot imagine anything more consoling than after a day of annoyance and fatigue to undress and stretch one's self out at full length in fluid warmth, to have one's nerves gently relaxed, to enjoy indolent ease and forget all one's cares. I experienced a little of that enjoyment when I was at Moffat in Scotland for the mineral waters. But my pleasure was very crude because I was taking the baths for my health, and there were no conveniences for bathing for pleasure. I was put into a horrible tub, a scanty covering was thrown over me, and in that state I was obliged to remain for half an hour. I had as my supervisor a barbarian of a Presbyterian preacher, who called out from time to time in a harsh voice, "Take care, you rogue! If we see the least disobedience to our orders, we shall proceed to instant punishment." And that was why I kept quiet, though I was extremely bored.

A warm bath is, I confess, a most agreeable kind of luxury, but luxury is very dangerous. . . . Above all things a young man should guard against effeminacy. I would advise him to avoid warm baths and accustom himself rather to the cold bath, which will give him vigour and liveliness. When I was at Edinburgh, I used to take a cold bath every morning, even in the severest winter. I met there the most shameless flatterer I ever saw. He was the bath-keeper. He said to me, "Mr. Boswell, if you should choose to join the Army, there is no doubt that you would be accepted for any rank lower than that of General." He always flattered me without limit. He had a prodigious stock of gross compliments. But, indeed, though I always laughed at his amazing effrontery, I liked to hear him run on. The most obvious flattery has in it something agreeable.

Vertaling

Ik vind het heerlijk om mijn voeten in warm water te wassen. Het geeft me een soort rust. Ik maak geen grapje, ik spreek uit ervaring. Ik heb het vaak alleen voor mijn plezier gedaan. Maar als ik al zoveel plezier beleef aan het wassen van mijn voeten, hoe groot moet dan de luxe van de Romeinen zijn geweest, die zo hun hele lichaam konden verwennen. De warme baden die ze overal hadden, droegen enorm bij aan hun gelukzaligheid. Zonder overdrijving kun je je niets voorstellen dat meer troost biedt dan na een dag van ergernis en vermoeidheid je uit te kleden en je uit te strekken in de vloeibare warmte, om je zenuwen zachtjes te ontspannen, om te genieten van indolente rust en al je zorgen te vergeten. Ik heb een beetje van dat genot ervaren toen ik in Moffat in Schotland was voor het mineraalwater. Maar mijn plezier was erg ruw omdat ik de baden nam voor mijn gezondheid en er geen voorzieningen waren om voor mijn plezier te baden. Ik werd in een afschuwelijk bad gezet, er werd een schrale bedekking over me heen gegooid en in die toestand moest ik een half uur blijven. Ik had een barbaarse presbyteriaanse predikant als opzichter, die van tijd tot tijd met harde stem riep: “Pas op, schurk! Als we ook maar de minste ongehoorzaamheid aan onze bevelen zien, zullen we direct tot straf overgaan.” En daarom hield ik me stil, hoewel ik me enorm verveelde.

Ik geef toe dat een warm bad een aangename luxe is, maar luxe is erg gevaarlijk... . . Een jongeman moet vooral oppassen voor verwijfdheid. Ik raad hem aan om warme baden te vermijden en liever een koud bad te nemen, dat geeft hem kracht en levendigheid. Toen ik in Edinburgh was, nam ik elke ochtend een koud bad, zelfs in de strengste winter. Ik ontmoette daar de meest schaamteloze vleier die ik ooit had gezien. Hij was de badmeester. Hij zei tegen me: “Meneer Boswell, als u ervoor zou kiezen om bij het leger te gaan, zou u ongetwijfeld worden aangenomen voor elke rang lager dan die van generaal.” Hij vleide me altijd zonder limiet. Hij had een enorme voorraad grove complimenten. Maar inderdaad, hoewel ik altijd moest lachen om zijn verbazingwekkende onbeschaamdheid, hoorde ik hem graag doorgaan. De meest voor de hand liggende vleierij heeft iets aangenaams in zich.

Vertaald met DeepL.