zondag 23 november 2025

Lyndon B. Johnson • 24 november 1963

Lyndon B. Johnson (1908-1973) was president van de VS tussen 1963 en 1968. Op 24 november was hij 2 dagen president: Kennedy was op 22 november doodgeschoten. Pdf's van het eigenlijke 'diary' staan hier.

President Johnson's Diary for Sunday, November 24, 1963, is very brief. Although President Johnson walked with the procession from the White House to the Capitol behind the Kennedy cortege, the Diary does not record the event. It notes that he returned from the Capitol to the Executive Office Building at 2:30 p.m., and was joined by Secretary of State Dean Rusk, Secretary of Defense Robert McNamara, CIA Director John McCone, U.S. Ambassador to South Vietnam Henry Cabot Lodge, and Undersecretary of State George Ball.


Helene Siegfried • 23 november 1917

• De Zwitserse Helene Siegfried (1886-1918) was aan het eind van de Eerste Wereldoorlog Rode Kruis-zuster in Duitsland, maar overleed al vrij snel aan de Spaanse griep. Fragmenten uit haar dagboek zijn destijds in het Nederlands vertaald.

23 November.
......‘Er bestaat geen kameraadschap tusschen man en vrouw’ - dit is ook èen van hun lijfspreuken. 't Zou treurig zijn als het waar was.
Waarom zou ook de vrouw geen trouwe kameraad kunnen zijn, met wie men onbevooroordeeld alles overleggen kan? Mij is het in ieder geval heel goed gelukt - en het was niet eens moeilijk. Waarom trekken we niet in gesloten gelederen te velde tegen een opvatting, die de vrouw vernedert tot een speelding, of tot een onaangename concurrent in den strijd voor het dagelijksch brood? Het zou zooveel zonniger op de wereld zijn, wanneer wij haar niet altijd door de zwarte bril van principes en vooroordeelen bekeken. Men heeft zooveel tijd en levenservaring noodig om deze oogkleppen te verwijderen vòor men de menschen weer met open blik kan aanzien. Op school begint het al, en later in het leven grijpt men telkens weer naar het houvast van onwrikbare ‘meeningen’ - en doet anderen daardoor onrecht. Mijn beroep heeft mij daarbij veel geholpen. Ik schuif heden de bonte scherven van vele, vroeger onaantastbare begrippen glimlachend met den voet terzijde. En ik voel me er zeer wel bij. -

Dat we toch nooit bij het oogenblik kunnen leven! We leven in het verleden - meer nog in de toekomst - terwijl ons het tegenwoordige, zonder dat we er erg in hebben, als zand door de vingers glipt. En opeens staan we dan met leege handen. Om goed en zegebrengend te kunnen werken is maar èen ding noodig: alleen het oogenblik te leven - zich uitsluitend te concentreeren op wat dit uur vraagt, het onbekommerd over het gister en het morgen te vervullen en er zich bij neer te leggen ‘dat elke dag zijn eigen zorgen heeft.’

Friedrich Hebbel • 22 november 1838

Friedrich Hebbel (1813-1863) was een Duitse schrijver. Een keuze uit zijn dagboeken is in het Nederlands verschenen als Een blinde bij zonsopgang (vertaling Klaus Siegel).

22 november 1838
Als ik gedichten zoals Bubensonntag, Letztes Glas enzovoorts in druk zie, moet ik wel tot de conclusie komen dat ik een dichter ben. Ook als ze door een ander waren gemaakt, zou ik ze erg mooi vinden. Ik heb overigens in mijn kinderjaren werkelijk eens gedroomd dat ik Onze Lieve Heer zag. Hoog in de lucht was een zacht heen en weer bungelend touw opgehangen en daar zette hij me op en begon me te schommelen. Ik was heel erg bang telkens als ik zo omhoog vloog naar de wolken en wilde steeds opnieuw als het touw de grond raakte eraf springen, maar daartoe ontbrak me de moed. Alles wat ik ondervond kan ik me nog steeds duidelijk te binnen brengen. De rode steentjes die op de grond mijn aandacht trokken wanneer mijn blik eroverheen gleed meen ik nog steeds voor me te zien. Bij een andere gelegenheid, iets eerder, of in dezelfde tijd, dacht ik terwijl ik klaar wakker was onze Here God (uitdrukking van mijn ouders) bij ons thuis te zien, en wel (belachelijk maar waar) in de persoon van een timmermansknecht die mijn vader kwam opzoeken. Ik vroeg mijn moeder na zijn vertrek: ‘Dat was hij toch, hè, onze Here God?’, maar ik werd nors door haar uit de droom geholpen. Ik herinner me alleen het feit, maar niet wat ik dacht of voelde. De timmermansknecht droeg een blauw-wit gestreept vest.


• De Duitse schrijver Friedrich Hebbel (1813-1863) vertelt in zijn dagboeken over persoonlijke gebeurtenissen uit zijn leven, over leven en dood, over reizen, ontmoetingen, verliefdheden, vijandschappen en de toenmalige literaire wereld. In het dagboek worden langere stukken afgewisseld met korte notities, aforismen, maximen en zinspreuken.

donderdag 20 november 2025

Louise Colet • 21 november 1851

• De Franse dichteres Louise Colet (1810-1876) had lange tijd een verhouding met schrijver Gustave Flaubert (1821-1880), die haar vele, vele brieven schreef. Het bovenstaande fragment is afkomstig uit Colets dagboek, en is opgenomen in Gustave Flaubert: De kluizenaar en zijn muze. Brieven aan Louise Colet [vertaald door Edu Borger].

 21 november 1851
Gruwelijke nacht van zondag op maandag, het idee om hem [Gustave Flaubert] liever te vermoorden dan hem naar een andere vrouw te zien lopen. Tot vier uur 's ochtends de meest lugubere plannen overwogen. Alleen thuis gebleven om hem te ontvangen, 's avonds mijn dochter naar onderwijzeres gestuurd. Gestoken in een fluwelen japon, de dolk. Om negen uur belt hij eindelijk aan. Ik doe mijn gezicht in de plooi, wat heeft: het voor zin? Du Camp heeft gelijk, hij is een apart wezen en misschien een non-wezen; ik had het intuïtief aangevoeld: dat plechtige besluit dat hij zou nemen had alleen maar te maken met de vraag of hij al of niet zou publiceren en of hij naar Parijs zou komen.
Dat laatste heeft hij een jaar uitgesteld. Tot het zo ver is gaat hij werken. Hij was lief en teder voor me, maar zorgzaam en toegewijd, dat zal hij nooit zijn.

woensdag 19 november 2025

Ursula von Kardorff • 20 november 1942

Ursula von Kardorff (1911-1988) was een Duits schrijfster en journaliste. Gedurende de oorlogsjaren hield ze een dagboek bij, dat in het Nederlands is vertaald als Gebombardeerd dagboek. Vertaling Tinke Davids.

20 november 1942 -- Gisteren, toen het schemerde, werd er gebeld. Buiten twee gedaanten die aarzelend binnenkomen, in het licht van de gang zie ik dat ze de jodenster dragen. Het zijn familieleden van een koopman in Breslau, die een schilderij van Papa had dat ze nu willen verkopen omdat ze geld nodig hebben. We geven ze eerst maar eens te eten. Langzaam ontdooien ze. Het is onbeschrijflijk wat die mensen moeten doormaken. Ze willen, vlak voordat ze opgehaald worden, onderduiken, hun ster afdoen en als slachtoffers van bombardementen in het Rijnland onderdak zoeken. Natuurlijk koopt Papa dat schilderij, ik geloof dat ze niet alleen de materiële hulp nodig hebben, maar ook een zekere troost. Wij geven hun Engelse boeken te leen. Mensonwaardig dat je alleen in het verborgene kunt helpen, dat je niet openlijk met hen mag rondlopen, als je vrijheid je lief is. Ben blij dat al onze joodse vrienden al jaren geleden zijn geëmigreerd en zich in veiligheid bevinden. Papa zou dat op den duur niet hebben verdragen.

22 november 1942 -- Op de redactie een sombere bespreking over Afrika. Pogingen van de afdeling politiek om in hun commentaren iets te laten doorschemeren hebben meestal een averechts effect. De lezer merkt er niets van, maar het Promi eens te meer. Jürgen schrijft uit Perpignan: De bevolking had zijn soldaten vriendelijk ontvangen. Aan een jonge boer had hij gevraagd of hij liever door de Engelsen bezet was, of door de Duitsers: `Pourvu qu'on nous donne du pain, ça m'est bien égal. Zo wijs als de Grootinquisiteur bij Dostojevski toch is!
's Avonds gegeten bij een Zwitserse diplomaat. De laatste keer dat ik daar nog aan meedoe, hoezeer het materiële genot ook lokt. Het gevaar voor spionnen bij ontvangsten ten huize van buitenlanders is te groot, en voor louter conversatie ben ik niet meer bruikbaar.
Op de redactie is Dettmann terug uit Afrika. Zijn nieuws is uiterst pessimistisch. De landing van de geallieerden is op vier plaatsen gelukt. Bovendien in Rusland een doorbraak aan de Don. Zou het nu sneller gaan?

23 november 1942 -- Martin Raschke las me zijn jongste manuscript voor. `Dialogen in het Oosten', intelligent, koel, tot in het kleinste detail bijgevijld -- maar waarom doet het me niets?
Tot in de nacht veldpostpakjes voor Kerstmis ingepakt. Aan Jürgen en Eberhard Urach doosjes sigaretten gestuurd waar ik van binnen een foto van mezelf in heb geplakt. Misschien dat ze dat leuk vinden omdat ze het niet verwachten. Eberhard zal het zwaar hebben, bij de Kaukasus, want daar schijnt het gevaarlijk te worden.
In Das Reich een artikel, `Gespräche, Gerüchte, Urteile', dat over die avond bij ons gaat, zonder ons met name te noemen.
De gouwleiders staan nu rechtstreeks onder bevel van Bormann en hebben de pathetische titel `Reichsverteidigungs-Kommissare' gekregen.

dinsdag 18 november 2025

Leonard Nolens • 19 november 1992

• Leonard Nolens (1947) is dichter. Zijn verzamelde dagboeken (1979-2007) zijn verschenen onder de titel Dagboek van een dichter (2009).

Missenburg, donderdag 19 november 1992
'Als je ouder wordt raak je gehecht aan simpele, heldere vormen en duidelijke expressies. Als je jong bent en vol energie, dan wil je ingewikkelde composities maken. Als je ouder wordt, zie je steeds meer dat veel complexiteit overbodig is, niet strikt noodzakelijk. Als de Franse dichter Arthur Rimbaud niet zo jong was gestorven, had hij misschien gedichten geschreven die nog maar een paar woorden bevatten.' (De Grieks-Franse componist en architect Xenakis in een interview.)

Amsterdam-Antwerpen, dinsdag 24 november 1992
Het gedicht is niet gemaakt van woorden, maar van wat de woorden tegen elkaar zeggen en met elkaar doen. Neem nu een orkest. Je hebt zestig uitstekende musici die samen een partituur kunnen verknoeien, of zestig middelmatige muzikanten die een zeer geslaagd klankbeeld produceren. De dichter is geen zanger of instrumentalist, maar een dirigent die zijn orkestleden - zijn woorden - zorgvuldig en liefdevol kiest en van een afstand aan het werk zet.
Het gedicht is niet gemaakt van woorden, zoals passie niet gemaakt is van twee mensen, maar van wat tussen die beiden gebeurt. Een saaie man en een lelijke vrouw: welk vuur kan tussen die twee niet op gaan laaien als de sterren gunstig staan. Zo gaat het ook met twee gewone, ogenschijnlijk saaie en lelijke, versleten woorden. Geef hun de juiste plaats, en ze verrichten wonderen.

In al zijn vanzelfsprekendheid blijft het toch een verbijsterend feit: dat alle mannen negen maanden lang in het lichaam van een vrouw hebben geleefd. Hoe anders zou de wereld eruitzien als ook het omgekeerde kon.

O, dat elkaar bewieroken! Om toch maar niet zelf in een kwade reuk te komen staan!

maandag 17 november 2025

Wim Kan • 18 november 1968

Wim Kan (1911-1983) was cabaretier. Zijn dagboeken zijn te lezen bij de dbnl.

Maandagmorgen 18 november
Met Ol naar ‘En ik dan’ van Annie Schmidt geweest met Mary en Joan Remmelts en nog drie mensen in De la Mar. Avond aan avond uitverkocht! Stelde me er niet zo geweldig veel van voor, maar het werd een grandioze verrassing. Een uiterst knap geschreven en geconstrueerd blijspel. Doet me denken aan de beste Franse blijspelen uit de tijd van Cor Ruys. Zo geschreven dat alles en iedereen aan zijn trekken komt. Spelers, publiek en auteur. Af en toe en het derde en laatste bedrijf ontroerde het me ook nog. Annie's grote kant is iets heel serieus en ernstig opbouwen en er dan telkens iets gewoon heel menselijks doorheen gooien (is hier ergens een pleetje), waardoor dreigende ernst ineens omslaat in gewoon theaterplezier. Honderd jaar, nee, twee duizend jaar theater trekt hier voorbij. Een oeroude wet wordt in toepassing gebracht en het succes is, ook in 1968, overrompelend. Daar ga je nou met al je verhalen over toneelvernieuwing en de jeugd wil wat anders.

Al met al een heerlijke, verrassende avond gehad. Wel natuurlijk weer steeds jaloers en steeds denkend: ik wou dat Annie eens iets voor mij schreef, zodat ik alleen maar hoefde te spelen en niet steeds ‘eigenlijk’ zou moeten schrijven.