vrijdag 26 december 2014

Benoîte Groult -- 27 december 1944

Benoîte Groult (1920) is een Franse schrijfster. In 1963 publiceerde ze een oorlogsdagboek, dat ze samen met haar zus Flora geschreven heeft: Journal à quatre mains, in het Nederlands door Nini Wielink vertaald als Dagboek voor vier handen.

25 december 1944
Kurt had geen zin om in een club met rotjes en slingers te hossen en we hebben met z'n tweeën bij mij thuis een kerstmaal gehouden. Ik wilde bijna zeggen bij ons thuis... Hij haaide een heel kerstfeest uit zijn dozen tevoorschijn: cadeaus, champagne, kip en uiteindelijk deed ik de doos niet snel genoeg weer dicht en kwam er een huwelijksaanzoek uit.
Kurt is veertien jaar ouder dan ik; in het burgerleven piloot bij een particuliere maatschappij. Vrijgezel. Spaargeld. Bovendien zou ik gelukkig zijn als ik voor een of twee jaar met hem zou trouwen. Maar hoe moet ik hem uitleggen dat Amerika op mij overkomt als één grote kliniek waar onze geliefde Franse microben niet worden toegelaten? Dat ik niet 's middags in drugstores wil picknicken of eeuwig hete honden eten of deel uitmaken van een gezelschap dames met bebloemde hoeden die kaartspelletjes doen om niet de indruk te maken dat ze op een man zitten te wachten; en dat ik nog minder zin heb toe te treden tot de War-Brides die bij massa's tegelijk op troepentransport worden verstuurd naar vijandige families die ervan overtuigd zijn dat alle Francaises hoeren zijn. Op een dag zal ik mijn ware aard weer terugkrijgen en ik wil niet, als ik wakker word, getrouwd blijken te zijn met een vliegenier die met me over meteorologie praat.
Kurt is niet veelzijdig genoeg om de problemen van een ex-patriatie voor mij te maskeren. Een moeilijke kerstnacht voor hem en voor mij. Het kindje Jezus is dood. Ik praat met hem over mijn land waar ik plotseling zielsveel van houd; hij praat met mij over zijn gevoelens en er begint definitief iets tussen ons te wringen.
Ik voel dat Kurt zich enigszins bestolen, bedrogen zal voelen. Het was geen gril van hem dat hij van me hield; het is een man die de dingen serieus doet. En nu zou ik hem niet met gelijke munt betalen?
Ik moet me vooral niet laten vermurwen. Ik wéét dat ik er spijt van zou krijgen, ook al heb ik er op dit ogenblik erg veel zin in. Toch houd ik evenveel van Kurt als eerst en zelfs nog meer. Maar hij houdt sinds gisteren minder van mij, want het is een praktische man en niet iemand die zich door zijn gevoelens van de wijs laat brengen.
Ik ben nog helemaal onder de indruk van mijn moed. Ik bederf, geloof ik, voor mezelf een geluk dat ik nog niet helemaal had gesavoureerd. We hebben slecht geslapen. Kurts rug was vijandig en gesloten. De Atlantische Oceaan strekte zich in het midden van het bed tussen ons uit. O, wat is het irritant om te vernielen! Maar Kurt is te simpel om in onduidelijkheid te kunnen leven. En hij begrijpt niet dat ik echt van hem houd, maar niet voor het leven. Het leven is langer dan de liefde. Hij is vanochtend vroeg vertrokken, zonder nog ergens over te praten.

Laatste minuut
Ik verwachtte het al een beetje: ze belden me vanaf Orly om te zeggen dat Flight Officer Heller zojuist was weggevlogen naar het oostfront en dat hij me zou bellen als hij terug was.

26 december 1944
En toch moet je wel blijven uitgaan om niet te sterven van de kou en de honger. Ik heb mijn hele houtvoorraad voor Kurt verbruikt. Telefoonboeken verbrand en twee afschuwelijke stoeltjes van voortreffelijk hout. Deze bevrijding duurt te lang. Onheil komt altijd zo veel sneller dan geluk: doorgaans ga je erop achteruit.
Niet alleen is Von Runstedt niet op de vlucht geslagen, maar hij doet een tegenaanval in Colmar. In België is het front alleen maar 'gestabiliseerd', een woord dat riekt naar een heen en weer gaande beweging; en in ons westen zitten er nog steeds honderdduizend Duitsers in de buurt van Lorient en Saint-Nazaire. We zijn nog niet uit de ellende.

27 december 1944
Ik heb vanavond thuis gegeten en ben uitgegaan met Flora en haar Andrew. We zijn in Le Biarritz naar Ma Femme est une Sorcière gaan kijken. Andrew besloot dat Flora iets had van Veronica Lake; maar ik krijg niet de indruk dat hij genoeg afstand neemt om haar te kunnen beoordelen. Hij kijkt aandachtig naar haar, plotseling getroffen door bijziendheid, tegelijk bezitter en bezetene. En Flora beweegt zich hemels in dat klimaat. Eigenlijk heeft Flora behoefte aan een blik die op haar is gevestigd. Wanneer ze die niet heeft, rest haar nog de mogelijkheid om scheel te kijken en God en haar dagboek weten dat ze daar gebruik van heeft gemaakt. Andrew is trouwens aantrekkelijk. Hij heeft gezag, humor en die schijnbaar onbeholpen houding van de Engelsen, die bij hen op elegantie lijkt. We hebben met z'n drieën heel plezierig over het leven, de vrouw en de liefde gepraat, wat het meest laag-bij-de-grondse of meest boeiende onderwerp is, al naar gelang de kwaliteit van je gespreksgenoot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten