• Matthijs Vermeulen (1888-1967) was een Nederlandse componist en muziekcriticus. Toen zijn vrouw in augustus 1944 in het ziekenhuis werd opgenomen, ging hij haar briefjes schrijven, en hij ging daarmee door nadat ze korte tijd daarop overleden was. Ze laten zich lezen als een dagboek en zijn gepubliceerd als Het enige hart.
3 okt. 1944
Het eerste briefje ontvangen van [hun zoon] Josquin [die een week later zou sneuvelen], na zijn vertrek uit Spanje naar Afrika. Het is geschreven met potlood op een losgescheurd blaadje van een zakboekje en geadresseerd door vreemde hand. Uit het onregelmatige schrift kan worden afgeleid dat de schrijver geschud werd; hij rolde waarschijnlijk in een auto en wierp zijn papiertje naar buiten waar iemand het opraapte. Hij is dus onderweg. Onderweg naar de oorlog, die ik verfoei, die ik haat, en die ik noodzakelijk weet.
Hij richt zich nog tot jou, gelijk vroeger, en vanmiddag heb ik hem je dood gemeld, met een verscheurd hart denkend aan het offer dat je hem gebracht hebt, aan de ruil die je met hem deed tegenover God, jij, even eenzaam gestorven als een soldaat op zijn slagveld. Voor 't eerst ook heb ik kunnen en durven denken: daarom dus vermocht ik niets voor je; daarom dus bleef het bidden waarin ik mij wendde tot mijn God, onverhoord; jouw offer was machtiger; jouw offer was verhevener, edeler, zuiverder, het was brozer, het was sterker door een van elke zelfzucht onthechte liefde, het was mateloos meer dan alles wat ik vragen kon en geven. Die gedachte bracht mij enige verlichting in het gevoel van nederlaag en machteloosheid, van twijfel en van schroom, waarin de weigering mij geworpen had. Ik aanvaard. Ik dank. En een siddering bevliegt me, de siddering voor de schoonheid.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten