zondag 5 januari 2025

Robert Falcon Scott • 5 januari 1911

Robert Falcon Scott (1868–1912) was een Brits marineofficier en ontdekkingsreiziger, die beroemd is geworden als leider van twee expedities naar Antarctica. Tijdens zijn tweede expeditie kwam hij samen met zijn vier metgezellen om het leven. Het onderstaande fragment komt uit zijn expeditiedagboek.

[ChatGPT-vertaling onderaan]

Thursday, January 5.--All hands were up at 5 this morning and at work at 6. Words cannot express the splendid way in which everyone works and gradually the work gets organised. I was a little late on the scene this morning, and thereby witnessed a most extraordinary scene. Some 6 or 7 killer whales, old and young, were skirting the fast floe edge ahead of the ship; they seemed excited and dived rapidly, almost touching the floe. As we watched, they suddenly appeared astern, raising their snouts out of water. I had heard weird stories of these beasts, but had never associated serious danger with them. Close to the water's edge lay the wire stern rope of the ship, and our two Esquimaux dogs were tethered to this. I did not think of connecting the movements of the whales with this fact, and seeing them so close I shouted to Ponting, who was standing abreast of the ship. He seized his camera and ran towards the floe edge to get a close picture of the beasts, which had momentarily disappeared. The next moment the whole floe under him and the dogs heaved up and split into fragments. One could hear the 'booming' noise as the whales rose under the ice and struck it with their backs. Whale after whale rose under the ice, setting it rocking fiercely; luckily Ponting kept his feet and was able to fly to security. By an extraordinary chance also, the splits had been made around and between the dogs, so that neither of them fell into the water. Then it was clear that the whales shared our astonishment, for one after another their huge hideous heads shot vertically into the air through the cracks which they had made. As they reared them to a height of 6 or 8 feet it was possible to see their tawny head markings, their small glistening eyes, and their terrible array of teeth--by far the largest and most terrifying in the world. There cannot be a doubt that they looked up to see what had happened to Ponting and the dogs.

The latter were horribly frightened and strained to their chains, whining; the head of one killer must certainly have been within 5 feet of one of the dogs.

After this, whether they thought the game insignificant, or whether they missed Ponting is uncertain, but the terrifying creatures passed on to other hunting grounds, and we were able to rescue the dogs, and what was even more important, our petrol--5 or 6 tons of which was waiting on a piece of ice which was not split away from the main mass.

Of course, we have known well that killer whales continually skirt the edge of the floes and that they would undoubtedly snap up anyone who was unfortunate enough to fall into the water; but the facts that they could display such deliberate cunning, that they were able to break ice of such thickness (at least 2 1/2 feet), and that they could act in unison, were a revelation to us. It is clear that they are endowed with singular intelligence, and in future we shall treat that intelligence with every respect.
[...]


[ongeredigeerde vertaling door ChatGPT]

Donderdag 5 januari
Alle mannen waren vanochtend om 5 uur opgestaan en om 6 uur aan het werk. Woorden kunnen niet uitdrukken hoe geweldig iedereen werkt, en beetje bij beetje komt er orde in het werk. Ik was vanochtend wat later ter plaatse en was daardoor getuige van een buitengewoon tafereel. Zes of zeven orka’s, jong en oud, bewogen langs de rand van het vaste ijs voor het schip; ze leken opgewonden en doken snel, bijna tegen de ijsschots aan. Terwijl we toekeken, verschenen ze plotseling achter het schip en staken hun snuiten uit het water. Ik had wel vreemde verhalen over deze dieren gehoord, maar nooit gedacht dat ze echt gevaarlijk zouden zijn.

Dicht bij de rand van het ijs lag de stalen achterlijn van het schip, waaraan onze twee Eskimohonden vastgebonden waren. Ik dacht er niet aan om de bewegingen van de orka’s hiermee in verband te brengen, en toen ik ze zo dichtbij zag, riep ik naar Ponting, die naast het schip stond. Hij pakte snel zijn camera en rende naar de rand van het ijs om een close-upfoto van de dieren te maken, die op dat moment waren verdwenen. Het volgende moment kwam de hele ijsvloer onder hem en de honden omhoog en brak in stukken. Je kon het ‘dreunende’ geluid horen toen de orka’s onder het ijs omhoog kwamen en het met hun ruggen raakten.

Eén voor één kwamen de orka’s onder het ijs omhoog, waardoor het hevig begon te schommelen. Gelukkig bleef Ponting overeind en kon hij zich in veiligheid brengen. Door een wonderbaarlijk toeval waren de scheuren precies rondom en tussen de honden ontstaan, zodat geen van hen in het water viel. Toen werd het duidelijk dat de orka’s even verbaasd waren als wij, want hun enorme, afschrikwekkende koppen schoten één voor één recht omhoog door de scheuren die ze hadden gemaakt. Toen ze zich tot een hoogte van 2 of 3 meter oprichtten, konden we hun geelachtige kopmarkeringen, hun kleine glinsterende ogen en hun verschrikkelijke tanden zien – de grootste en meest angstaanjagende ter wereld. Het was duidelijk dat ze omhoog keken om te zien wat er met Ponting en de honden was gebeurd.

De honden waren doodsbang en trokken aan hun kettingen terwijl ze jammerden; de kop van een orka moet op zeker moment binnen anderhalve meter van een van de honden zijn geweest.

Wat daarna gebeurde, is onduidelijk: misschien vonden ze het ‘spel’ niet de moeite waard, of misten ze Ponting. Maar de angstaanjagende wezens trokken verder naar andere jachtgebieden, en we konden de honden redden – en, wat nog belangrijker was, onze benzine. Er lag 5 of 6 ton benzine op een stuk ijs dat gelukkig niet van de hoofdmassa was afgebroken.

We wisten natuurlijk al dat orka’s vaak langs de rand van het ijs patrouilleren en dat ze ongetwijfeld iedereen zouden grijpen die in het water zou vallen. Maar het feit dat ze zulke uitgekiende sluwheid konden tonen, dat ze ijs van minstens 75 cm dik konden breken, en dat ze in groepsverband konden handelen, was een openbaring voor ons. Het is duidelijk dat ze beschikken over een opmerkelijke intelligentie, en in de toekomst zullen we die intelligentie met alle respect behandelen.
[...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten