• Matthijs Vermeulen (1888-1967) was een Nederlandse componist en muziekcriticus. Toen zijn vrouw in augustus 1944 in het ziekenhuis werd opgenomen, ging hij haar briefjes schrijven, en hij ging daarmee door nadat ze korte tijd daarop overleden was. Ze laten zich lezen als een dagboek en zijn gepubliceerd als Het enige hart.
28 juli 1945
Brief van Thea*, die me inlicht over onze vrienden. Allen zijn behouden. Niemand onder alle mensen met wie ik in sympathische verhouding gestaan heb, is gedeerd. Noch hier, noch in Holland. Alsof de oorlog voor mij niet had plaatsgevonden, in de letterlijkste zin. Ook dat heb ik gewild. Geen dag is voorbijgegaan zonder dat ik in de avond van de dag die wens geuit heb, met de kracht waarover ik beschikte. Je bent mijn getuige.
Ik vraag mij opnieuw: Werkelijkheid of onwerkelijkheid? Ik verhoud mij sceptisch genoeg tegenover mijzelf, ik weet te precies hoe vele omstandigheden mij onwaardig maakten om dergelijke macht te bezitten, uit te oefenen, en ik ben genoeg geschokt, gebeukt, bijna ontworteld door de fulgurante ontkenning, door de verpletterende dubbele nederlaag welke ik onderging in jou, in hem, om mij niet te zeggen en toe te sarren: dat is allemaal verbeelding, dwaasheid, eigenwaan.
Maar uit het diepste van mijn binnenste leven komt mij ook een onafwijsbare stem die mij zegt dat ik juist op dit punt niet mag bezwijken, dat ik juist deze hoedanigheid van mijn Ik, intact moet handhaven, ondanks dat alles, tegen dat vermorzelende alles.
Neen, nimmer zal ik versagen. En nu reeds wil ik, nu reeds zal ik niet meer falen wanneer wij elkaar wederom tegemoet gaan en hervinden op deze aarde, met diezelfde ziel van ons in een betere vorm.
* Thea Diepenbrock (1907-1995), de dochter van componist Alphons Diepenbrock, met wie hij sinds 1939 correspondeerde en die in 1946 zijn tweede echtgenote zou worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten