• Gerrit de Veer (ca. 1570 - na 1598) was een bemanningslid van de expeditie onder leiding van Jacob van Heemskerk en Willem Barentsz, die vastraakte in het poolijs en moest overwinteren op Nova Zembla. Zijn reisjournalen werden gepubliceerd als Waerachtighe beschryvinghe van drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt ghehoort (1598). Het verslag is in hedendaags Nederlands hertaald door Vibeke Roeper en Diederick Wildeman, en gepubliceerd als Nova Zembla. Het ware verhaal.
Hertaling na de oorspronkelijke tekst.
Den 20. Iunij wast tamelijck weder, ende de wint west, ende ontrent z. ooster Son, begon Claes Andriesz. heel+ cranck te werden, ende saghen wel dat hijt niet langhe maecken soude, ende quam de Hoogh-bootsman in onsen bock, ende seyde ons hoe dattet met Claes Andriesz. ghestelt was, ende dattet gesien was dat hy't niet langh maken soude, daer op Willem Barentsz. seyde: my dunckt tsal met my mede niet langhe dueren: maer wy hadden weynich vermoeden dat Willem Barentsz. so cranck was: want wy saten met malcanderen en praetten, ende Willen Barentsz. las in mijn caertgien, dat ic van onse reyse gemaect hadde, ende hadden noch diversche propoosten over ende weer over, int eynde leyde hy het caertgien wech ende sprack tot my: Gerrit geeft my eens te drincken, twelck alst geschiet was dat hy ghedroncken hadde, so quam hem een sodanighen qualijckheyt aen, dat hy zijn ooghen verdraeyde, ende starf so onversien haestich, dat wy gheen tijt hadden den schipper uyt d'ander schuijt te roepen, of hy was al doot, also dat hy noch voor Claes Andriesz. doot was, die stracks nae hem sterf.
Dese doot van Willem Barentsz. bracht ons gheen cleijn bedroeftheyt in, want hy de principael beleyder ende eenighen stuerman was, daer wy ons op verlieten ende vertrouden: maer conden teghen Godt niet doen, des wy ons te vreden moesten stellen.
‘Op 20 juni [1597] was het redelijk weer, en de wind kwam uit het westen en de zon stond ongeveer zuid oost. Toen werd Claes Andriesz heel ziek en we zagen wel dat hij het niet lang meer maken zou en de hoogbootsman kwam in onze bok en vertelde hoe het met Claes Andriesz gesteld was en dat het was opgemerkt dat die het niet lang meer zou maken, waarop Willem Barentsz zei: me dunkt dat het met mij ook niet lang meer duurt. Maar wij hadden niet door dat Willem Barentsz zo ziek was, want wij zaten met elkaar te praten en Willem Barentsz zat mijn kaart te bekijken die ik van onze reis gemaakt had, en we bespraken over en weer nog plannen. Op het eind legde hij de kaart weg en zei: Gerrit geef mij eens wat te drinken, en nadat dat gebeurd was viel het helemaal niet goed, zodat hij met zijn ogen draaide en zo onverwacht snel stierf dat wij de tijd niet hadden de schipper uit de andere schuit te roepen, want hij was al dood, zodat hij nog voor Claes Andriesz stierf, die kort daarna ging.
De dood van Willem Barentsz bedroefde ons niet weinig want hij was de grote leider en enige stuurman, op wie wij ons verlieten en op wie we vertrouwden, maar tegen God konden wij niet optreden, dus moesten we berusten.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten