• Alfred Birney (1951) is een Nederlandse schrijver. Uit: Niemand bleef. Dagboek van Meneer B. 2005-2011. " In 2005 wordt de wereld van Meneer B. kleiner als hij het na een hartinfarct rustig aan moet doen. In dit dagboek mijmert hij tijdens het herstel zonder schroom over voorbije liefdes, muziek maken, het schrijven, de boeken en de schrijvers die hem irriteren of inspireren. Hij fantaseert bij het uitzicht dat hij vanuit zijn flat heeft op vrijmoedige buurvrouwen. Hij maakt zich zorgen over zijn zoon die bij hem woont en zich afsluit. Gaandeweg herwint Meneer B. de lust om te schrijven en hij preludeert op een groots plan."
Dat het nooit meer als voorheen zal zijn
Vandaag ben ik weer op de stadsfiets gestapt. Niet eerder heb ik onderweg zo vaak overwogen om rechtsomkeert te maken. Ik voelde me onzeker, slap in de benen ook. Het was weliswaar zo dat ook andere fietsers geen bijzonder krachtige indruk maakten. Er zat weinig zuurstof in de lucht, het kan eenvoudig niet gezond zijn om met dit warme weer te gaan fietsen in een land dat tot de meest vervuilde van Europa behoort. Ooit fietste ik bij dertig graden in hoog tempo van Scheveningen naar Zandvoort heen en terug. Ik begin te begrijpen wat die ene verpleegster bedoelde met dat het met mij nooit meer als voorheen zal zijn. Schuin tegenover de hoek van de Scheveningse strafgevangenis stopte ik even om mijn dorst te lessen met zelf meegenomen water. Ik gebruik zo'n plastic Spa-flesje, het ligt met de bandenplakspullen in mijn onderhand vergane blauwe fietstas. Over het fietspad kwam een domme wandelaar aangelopen met twee honden achter zich aan. Het geeft geen pas om over het fietspad te lopen, maar de mensen leren het niet af. Vooral automobilisten denken dat al het asfalt van hen is zodra ze uit die stinkwagens zijn gestapt. Maar ik heb de fut niet meer om iets te roepen. Zinloos is het trouwens ook. Op de boulevard ben ik gestopt om op een bankje te gaan zitten. De zee was perfect voor kitesurfers, de zeilen bolden vrolijk. Ik haat vrolijkheid. Mooie vrouwen strelen nog wel mijn oog, maar winden me niet meer op. Het zijn meisjes, allemaal bakvissen. Straks, in de herfst, zullen ze zijn vertrokken. Ik zal ze niet echt missen. Ik heb liever een lege zee, zonder zeilen, een leeg strand, zonder mensen. Dan rusten mijn gedachten en hoef ik niet te denken.
dinsdag 5 juni 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten