dinsdag 11 juni 2024

Klaartje de Zwarte-Walvisch • 12 juni 1943

Klaartje de Zwarte-Walvisch (1911-1943) werd begin 1943 gevangen gezet in kamp Vught. Later werd ze overgebracht naar Westerbork , en omgebracht in Sobibor. Van de eerste maanden van haar gevangenschap hield ze een dagboek bij.

Zaterdag 12 juni
Voortleven alsof er niets gebeurd is. Kan men dat? Er zijn dingen waarop ik zelf geen antwoord meer weet te geven. Niet denken is maar het beste. Niet realiseren. Met de dag wordt ons leed nijpender en vergroot. De leidsters schreeuwen en razen tegen ons dat het niet meer om aan te horen is. Gistermorgen werden we bedreigd met veertien dagen pakketsperring. D.w.z. veertien dagen leven op het vieze eten. Alle pakketten worden dan ingehouden. Geen pakket en geen mannenbezoek. Dit zijn de dingen waarmee we het eerst bedreigd worden. Ze weten ons altijd op de juiste manier te treffen. Gisteren is er een nieuw dreigement afgekondigd. Wanneer het gebeurt dat wij vrouwen zonder de zozeer verfoeide ster lopen, worden we gestraft op de volgende manier. Het hoofd wordt helemaal kaalgeknipt en de jodenster zal ons op de blote huid getatoeëerd worden. Is het wonder dat we gruwen en rillen van elke maatregel die er genomen wordt? We worden bedreigd met de vuilste en gemeenste dingen, want smeriger dan bovengenoemde maatregel is toch niet denkbaar. Opgejaagd als wilde beesten hebben we helemaal geen rust meer. Mannen mogen niet meer in het vrouwenkamp komen. Zware etensketels dragen, bedden verplaatsen, kortom alle zware werkjes moeten door de vrouwen ten uitvoer gebracht worden. En dit alles met zeer weinig voeding. Het brood is beschimmeld nog voordat we het krijgen. Daar moeten we stukken van wegsnijden voor het gegeten kan worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten